Shaykh al-Albânî [1], Bron : Silsilat al-Ahâdîth as-Sahîha (p.6-8)
Al-Istiqâma-magazine, nr. 2 – safar 1417h/Juli 1996
Allah ‘azza wajalla zei :
[Hij is Degene Die Zijn Boodschapper heeft gezonden met de Leiding en de ware godsdienst om deze te laten zegevieren over alle (vormen van) godsdienst, ook al haten de veelgodenaanbidders het.] (Koran, S. as-Saff, v. 9)
In dit vers krijgen we het goede nieuws dat de toekomst voor de Islam is, die dominantie, overwicht en heerschappij krijgt over alle andere religies. Sommige mensen denken misschien dat dit vervuld was in de tijd van de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wasallam) en de rechtgeleide kaliefen en de rechtvaardige koningen, maar dat is niet het geval. Slechts een deel van deze ware belofte was toen vervuld, zoals de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wasallam) aangaf toen hij zei :
“Nacht en dag zullen niet voorbijgaan totdat al-Lât en al-‘Uzzâ aanbeden worden.” ‘Â’isha (radiyAllahu ‘anhâ) zei toen: O Boodschapper van Allah! Ik dacht dat toen Allah
[Hij is Degene Die Zijn Boodschapper heeft gezonden met de Leiding en de ware godsdienst om deze te laten zegevieren over alle (vormen van) godsdienst, ook al haten de veelgodenaanbidders het.] neerzond, dat het volledig zou zijn. Hij (sallAllahu ‘alayhi wasallam) zei : “Er zal zijn van dat wat Allah wenst.” [2]
Er zijn andere ahâdîth die tonen hoe ver de Islam zal reiken en domineren en hoe ver het zich zal verspreiden, zodat er geen twijfel bestaat dat de toekomst voor de Islam is, met de toelating en gunst van Allah. Ik zal dus aanhalen wat ik kan van deze ahâdîth en hopelijk zullen ze de vastberadenheid versterken van degenen die voor de Islam werken, en een bewijs vormen tegen degenen die onverschillig zijn en degenen die wanhopen !
Ten eerste: “Allah raapte zeker de aarde voor mij op zodat ik haar oosten en haar westen zag; en de heerschappij van mijn Umma zal zeker bereiken wat ervan opgeraapt werd voor mij.” [3] En zelfs nog duidelijker en algemener dan dat is de hadîth :
Ten tweede: “Deze zaak zal bereiken wat bereikt wordt door de nacht en de dag, en Allah zal geen woning van steen noch vacht laten zonder dat Hij er deze religie zal doen binnengaan, waarbij Hij eer en vernedering brengt. Eer die Allah geeft aan de Islam en vernedering die Allah zal geven aan het ongeloof.” [4]
(Daarom is het aan de moslims om zichzelf voor te bereiden, door zich naar hun Heer te keren, vast te houden aan Zijn Boek, de Sunna van Zijn Profeet (sallAllahu ‘alayhi wasallam) te volgen, weg te keren van alles wat Allah ongeoorloofd heeft gemaakt en zich te verenigen op datgene waar Hij (subhânahu wa ta’âlâ) tevreden over is.) [5] Inderdaad, er bestaat geen twijfel dat de verwezenlijking van deze overheersing vereist dat de moslims terugkeren naar spirituele, materiële en gewapende kracht, zodat ze in staat zijn de kracht van kufr (ongeloof) en onderrukking te overwinnen. Dit goede nieuws wordt ons gegeven in de hadith :
Ten derde: Van Abû Qabîl die zei: We waren bij ‘Abdullah ibn ‘Amr ibn al-‘Âs en hij werd gevraagd welke stad als eerste veroverd zou worden: Constantinopel of Rome? ‘Abdullah liet een gesloten kofferbak brengen en hij zei: ‘Neem er een boek uit.’ Dan zei ‘Abdullah : ‘Toen we bij de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wasallam) aan het schrijven waren, werd aan de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wasallam) gevraagd: Welke stad zal als eerste veroverd worden: Constantinopel of Rome? De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wasallam) zei: “De stad van Heraclus zal als eerste veroverd worden”, waarmee hij Constantinopel bedoelde. ’ [6]
De eerste verovering die vermeld wordt, vond plaats door toedoen van Muhammad al-Fattâh al-‘Uthmânî, zoals welbekend is, en het gebeurde meer dan 800 jaar nadat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wasallam) de verovering voorspelde. Dus de tweede verovering zal plaatsvinden, met de toestemming van Allah (ta’âlâ), het is zeker en je zal er na enige over horen. Het lijdt ook geen twijfel dat de verwezenlijking van de tweede verovering de terugkeer vereist van de rechtgeleide kaliefen naar de MoslimUmma, hetgeen hij (sallAllahu ‘alayhi wasallam) voorspelde met zijn woorden in de hadîth :
Ten vierde: “Het profeetschap zal onder jullie blijven zolang als Allah dat wenst, dan zal Allah het opheffen wanneer Hij het wenst op te heffen. Dan zal er een Khilâfa zijn op de wijze van het Profeetschap en dat zal onder jullie blijven zolang als Allah dat wenst en dan zal Allah het opheffen wanneer Hij het wenst op te heffen. Dan zal er een hard koningschap zijn dat onder jullie zal blijven zolang als Allah dat wenst, waarna Hij het zal opheffen wanneer Hij het wenst op te heffen. Daarna zal er een tiranniek koningschap zijn en het zal onder jullie blijven zolang als Allah dat wil, waarna Allah het zal opheffen wanneer Hij het wenst op te heffen. En dan zal er een Khilâfa zijn op de wijze van het Profeetschap.” Dan was hij stil. [7]
Tot het goede nieuws over de terugkeer van de kracht van de moslims, en hun mogelijkheid om de aarde te gebruiken om hun doelen te bereiken, en dat ze zelfs in de economische en agrarische sfeer een schitterende toekomst hebben, behoort zijn (sallAllahu ‘alayhi wasallam) uitspraak :
Ten vijfde: “Het Uur zal niet gevestigd worden totdat het land van de Arabieren terug weiden en rivieren wordt.” [8] De eerste tekenen van de verwezenlijking van deze hadîth zijn al begonnen met verschijnen in sommige delen van de Arabische landen, waarover Allah Zijn zegeningen en grote gunsten heeft uitgestort, zodanig dat overvloedig water uit de woestijn wordt gewonnen, en morgen is heel dichtbij voor degene die erop wacht.
Het moet ook bekend zijn dat zijn (sallAllahu ‘alayhi wasallam) uitspraak : “Er zal geen tijd over jullie komen, zonder dat hetgeen erna komt erger zal zijn, totdat je je Heer ontmoet.” [9] Deze hadîth moet begrepen worden in het licht van de vorige ahâdîth, evenals in het licht van andere ahâdîth zoals de ahâdîth over de Mahdî en de terugkeer van ‘Îsâ (‘alayhi s-salâm), hetgeen toont dat deze hadîth niet moet begrepen worden als zou hij geen uitzonderingen hebben. Het is eerder algemeen en heeft uitzonderingen. Het is dus niet toegestaan om het de mensen op onbeperkte manier te laten begrijpen, zodanig dat ze in wanhoop vervallen, want geen enkele gelovige hoort dit als eigenschap te hebben :
[Voorwaar, niemand wanhoopt aan de Genade van Allah, behalve het ongelovige volk.] (Koran, S. Yûsuf, v. 87)
Ik vraag dat Allah van ons allen ware gelovigen in Hem maakt.
-----------------------------------------------------------------------
[1] Silsilat al-Ahâdîth as-Sahîha (p. 6-8) van shaykh al-Albânî.
[2] Muslim 8/182 en Musnad Abî Ya’lâ 216/2.
[3] Muslim 8/171, Abû Dâwud 4252, van Thawbân radiyAllahu ‘anhu
[4] Sahîh, Ahmad 4/103 en Sahîh Ibn Hibbân 1631
[5] Toegevoegd van Tahdhîr as-Sâjid p. 119
[6] Sahîh, Ahmad 2/176, ad-Dârimî 1/126 en al-Hâkim 3/422
[7] Sahîh, Ahmad 4/273, van an-Nu’mân ibn Bashîr radiyAllahu ‘anhu
[8] Muslim 3/84 en al-Hâkim 4/477, van Abû Hurayra radiyAllahu ‘anhu
[9] Al-Bukhârî van de hadîth van Anas radiyAllahu ‘anhu