Het Volbrengen van de Rechten van de Buren.
Shaykh Zayd bin Haadie al-Madkhalie
Shaykh Zayd bin Haadie al-Madkhalie
Hoeveel duidelijke bewijzen zijn er wel niet overgeleverd die aansporen tot het eren van de buur, het goed zijn jegens hem en het weghouden van enige vorm van schade naar hem toe?
Allah zegt:
"En aanbid Allah en kent hem in niets een deelgenoot toe, en wees goed voor de ouders, en de verwanten, en de wezen, en de behoeftigen, en de verwante buren, en de niet verwante buren en de goede vrienden en de reiziger en wat jullie aan bezit hebben." [an-Nisaa' 4:36]
En in beide Saheeh’s (Al-Boekhaarie en Moeslim) waarin is overgeleverd door Ibn `Omar radiallahoe `anhoe en `Aa'ishah radiallahoe `anhaa, waarin beide zeggen dat de Boodschapper van Allah sallallahoe `alaihi wa sallam zei:
"Jibreel stopte niet met het vermanen van mij wat betreft de buur totdat ik dacht dat hij (d.w.z.: de buurman) zou erven van mij." (Moeslim)
En in Saheeh Moeslim staat de overlevering overgeleverd door Aboe Shuraih al-Khoezaa`ee radiallahoe `anhoe dat de Profeet sallallahoe `alaihi wa sallam zei:
"Wie werkelijk in Allah en de Laatste Dag gelooft; hij moet voortreffelijkheid tonen tegenover zijn buur. En wie werkelijk in Allah en de Laatste Dag gelooft; hij moet zijn gast eren. Wie werkelijk in Allah en de Laatste Dag gelooft; hij moet het goede verkondigen of zwijgen." (Al-Boekhaarie & Moeslim)
En het is bevestigd in beide Saheeh’s (Al-Boekhaarie & Moeslim) dat het verplicht is om weg te blijven van enige vorm van (het berokkenen van) schade jegens de buren en dat is (bewezen) door de overlevering van Aboe Hoerayrah radiallahoe `anhoe dat de Profeet sallallahoe `alaihi wa sallam heeft gezegd:
"Wie in Allah en de Laatste Dag gelooft; hij brengt zijn buren geen enkele schade toe. En wie in Allah en de Laatste Dag gelooft; hij eert zijn gasten. En wie in Allah en de Laatste Dag gelooft, zegt het goede of zwijgt." (Al-Boekhaarie & Moeslim)
Zo ook een vergelijkbaar (bewijs) met de verplichting van het wegblijven van enige vorm van (toedoen van) schade jegens de buur is de overlevering van Aboe Hoerayrah radiallahoe `anhoe dat de Profeet sallallahoe `alaihi wa sallam zei:
"Bij Allah, hij gelooft niet. Bij Allah, hij gelooft niet. Bij Allah, hij gelooft niet!"
Er werd gezegd: "Wie, o Boodschapper van Allah?"
Hij zei: "Diegene waarvan zijn buren niet vrij zijn van zijn kwaad." (Al-Boekhaarie)
En er is overgeleverd over degenen die veel recht hebben op het verkrijgen van het goede, cadeautjes en andere zaken, door de overlevering van de Moeder van de Gelovigen, `Aa'ishah radiallahoe `anhaa die zei:
"Ik zei:"O Boodschapper van Allah, ik heb twee buren, dus aan welke van hen zou ik mijn geschenk moeten geven? Hij zei: "Aan degene wiens deur het dichtst bij is." (Al-Boekhaarie & anderen)
Deze bewijzen sporen aan tot het nakomen van de rechten van de buren.
Wat betreft de overlevering:
"De buren zijn van drie soorten: De buur die één recht heeft en hij is de buur met het minste recht. De buur die twee rechten heeft en de buur die drie rechten heeft, en hij is de buur met de beste rechten."
1. Wat betreft de buur met één recht: Hij is een moeshriek (polytheist; ongelovige) die geen familieband heeft met hem en hij heeft enkel het recht van de buur.
2. Wat de buur met twee rechten betreft: Hij is een moslim die het recht heeft van de Islaam én het recht van de buur.
3. Wat de buur betreft met drie rechten: Hij is de islamitische buur die (daarnaast) óók familie is. Hij heeft het recht van de Islaam, het recht van de buur en het recht van de familiebanden.
Deze overlevering is zeer zwak behalve dat de betekenis begrijpelijk en merkbaar is bij de realiteit onder de mensen.
Daarom, o moslimbroeder, (wéét, dat) als je de buur behandelt met 8 karaktereigenschappen, dat jij de rechten van de buren hebt voltooid.
De 1e Eigenschap.
Het eren van hem en dat word gedaan door hem de zaken van deze Religie te onderwijzen als hij er onwetend over is. Of dat jij van hem leert als jij zelf onwetend bent. Zo ook dat jij hem aanspoort tot het goede en hem het slechte verbied, en dat je hem uitnodigt naar de weg van het goede. En (tevens dat je) dit ook aanvaard van hem wanneer hij zich in zijn huis bevind.
De 2e Eigenschap.
Dat je hem eert door geschenken voor hem te kopen, en datgene doet wat moet om de wrok uit de harten te verwijderen en liefde en respect brengt in de harten. En (ook dat) wat leidt tot goede wederzijdse handelingen.
De 3e Eigenschap.
Blij zijn wanneer hij blij is, wanneer dit wettelijke toegestaan is, en (dat je) medeleven toont wanneer hij het moeilijk heeft, zorgen heeft of verdrietig is.
De 4e Eigenschap.
Zijn eer, gezondheid en bloed bewaken wanneer hij aanwezig is en ook wanneer hij afwezig is, (hiermee) hopend op het aangezicht van Allah.
De 5e Eigenschap.
Het wegblijven van alle vormen van schade die hem, zijn familie of kennissen kunnen berokkenen.
De 6e Eigenschap.
Als hem enige vorm van schade overkomt door jou of door een lid van jouw familie, dat jij je (dan) haast om excuus te maken en rechtvaardig te blijven, zodat hij tevreden over je blijft en zijn vertrouwen in jou niet verliest.
De 7e Eigenschap.
Als er van zijn kant enige schade tot jou komt, dan blijf je geduldig aan de hand van jouw vermogen en Allah zal voor jou een uitweg schenken.
De 8e Eigenschap.
Hem niet tegenhouden wanneer hij iets vast boort aan jouw muur wanneer dit nodig is, (en) dit geen schade zal toebrengen aan de bebouwing van jouw huis. En Allah zal jou beschermen en beheren, en (Hij zal) zeker niets van jouw beloning van jouw daden verloren laten gaan.
Bron: “Al-Afnaan an-Nadiyyah Sharh Mandhoomah as-Soeboel as-Sawiyyah liFiqh as-Soenan al-Marwiyyah” Vol. 7 p. 282
An-nasieha Team