Al-Iemaan (geloof) omvat Uitspraak en Handeling, het neemt toe en het neemt af.
Auteur: Iemaam Aboe ‘Uthmaan Ismaa’iel ibn ‘Abdoer-Rahmaan as-Saaboenie (373-449NH)
De Madhab van de Mensen van de Haadieth is dat Iemaan een uitspraak is, een handeling en iets waarover men zeker is in het hart. Het neemt toe bij gehoorzaamheid en het neemt af bij ongehoorzaamheid.
Mohammed ibn Alie ibn al-Hasan ibn Shaqieq zei dat hij Aboe Abdoellaah Ahmed ibn Hanbal (rahiemehoellaah) vragen stelde over Iemaan en wat ermee wordt bedoeld dat het toeneemt en dat het afneemt. Hij zei: “Aboel-Hassan ibn Moesa al-Ashieb, leverde aan mij over van Hammaad ibn Salamah, van Aboe Dja’far al-Chatmie, van zijn vader, van zijn grootvader van ‘Umair ibn Habieb, die heeft gezegd: “Iemaan neemt toe en het neemt af.” Iemand vroeg hem: “Waardoor kan het toenemen en waardoor kan het afnemen?” Hij zei toen: “Wanneer we Allaah gedenken, Hem glorificeren en Hem prijzen, dan zal het toenemen. En wanneer onoplettend of nalatig zijn en wanneer wij vergeten, dan zal het afnemen.”1 1 Tevens overgeleverd door al-Aadjoerie (blz. 111-112), Ibn Abie Shaibah in zijn ‘al-Musannaf’ (11:13), en in ‘al-Iemaan’ (14).
Aboe al-Hasan ibn Aboe Ishaaq al-Moezakkie informeerde mij van zijn vader die van Aboe Amr al-Heyarie heeft overgeleverd, die op zijn beurt weer van Mohammed ibn Yahya adh-Dhoelie en van Mohammed ibn Idries al-Mekkie en Ahmed ibn Sheddaad at-Tirmidhie heeft overgeleverd, die allen van al-Hoemaidie hebben overgeleverd, die van Yahya ibn Soelaim heeft overgeleverd, dat hij gezegd heeft:
“Ik vroeg tien wetsgeleerden over al-Iemaan en zij zeiden allemaal dat het bestaat uit Uitspraak en Handeling.
Ik vroeg Hieshaam ibn Hassaan, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”
Ik vroeg Ibn Djoeraaydj, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”
Ik vroeg Soefyaan ath-Thauwrie, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”
Ik vroeg al-Moethanna ibn as-Sabbaah, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”
Ik vroeg Mohammed ibn 'Abdoellaah ibn 'Amr ibn 'Uthmaan, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”
Ik vroeg Mohammed ibn Moslim at-Taa’ifie, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”
Ik vroeg al-Foedayl ibn ‘Iyaad, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”
Ik vroeg Naafie’ ibn ‘Umar al-Djomahie, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”
En ik vroeg Soefyaan ibn ‘Uyainah, en hij zei: “Het is uitspraak en handeling.”” Tevens overgeleverd door al-Laalakaa’ie (1584).
Aboe ‘Amr al-Hayarie informeerde mij over (hetgeen dat hij over heeft geleverd van) Mohammed ibn Yahya en Mohammed Ibn Idries, die beiden van al-Hoemaidie hebben gehoord, dat hij heeft gezegd: “Ik hoorde Soefyaan ibn ‘Uyainah zeggen:
“Iemaan is handeling en uitspraak het neemt toe en het neemt af.”
Toen vroeg zijn broer Ibraahiem ibn ‘Uyainah: “O Aboe Mohammed! Zeg jij dat het afneemt?” Hij antwoordde:
“Wees stil O jeugdige. Het kan afnemen totdat er niets meer overblijft.” Overgeleverd door al-Aadjoerrie in ash-Sharie'ah blz. 117.
Al-Waalied ibn Moslim heeft gezegd dat hij had gehoord dat al-Awzaa’ie, Maalik en Sa’ied ibn ‘Abdoel-Aziez degenen verloochenden die zeiden dat “(Iemaan) bevestiging zonder handeling is”, en dat zij zeiden: “Er is geen Iemaan behalve met handeling.” Overgeleverd door al-Laalakaa’ie (1586) met een sahieh isnaad.
Ik (as-Saaboenie) zeg: Een persoon waarvan de aanbidding en goede daden veel zijn, daarvan zal ook zijn Iemaan completer zijn dan diegene die soms gehoorzaam is, en daarnaast ook een groot aantal zonden begaat, onoplettend en nalatig is.
En ik hoorde al-Haakiem Aboe Abdoellaah al-Haafidh zeggen dat hij hoorde van Aboe Bakr Mohammed ibn Ahmed ibn Baalawaih al-Djallaab, die gehoord heeft van Aboe Bakr Mohammed ibn Ishaaq ibn Choezaimah, die gehoord heeft van Ahmed ibn Sa’ied ar-Roebaatie, die heeft gezegd: “Abdoellaah ibn Taahier heeft tegen mij gezegd:
“O Ahmed! Waarlijk jullie verafschuwen deze mensen uit onwetendheid terwijl ik ze verafschuw uit kennis: Ten eerste, zij geloven niet dat de Leider gehoorzaamd moet worden, en ten tweede, zij geloven dat Iemaan geen niveaus heeft. Bij Allaah, ik beschouw het niet als toegestaan om te zeggen: “Mijn Iemaan is zoals die van Yehyaa ibn Yehyaa of zoals die van Ahmed ibn Hanbal”, terwijl zij zeggen: “Onze Iemaan is zoals die van Jibraa’iel en Mekaa’iel.” Overgeleverd in Tabaqaatoel-Hanabilah blz. 109.
En ik hoorde al-Haakim zeggen ik heb van Aboe Dja’far Mohammed ibn Saalih ibn Haanie` gehoord, die hoorde van Aboe Bakr Mohammed ibn Shoe’aib, en die hoorde van Ishaaq ibn Ibrahiem al-Handhalie (ibn Rahawaih), die heeft gezegd: “Ibn al-Moebarak kwam naar ar-Rayy (plaatsnaam) en één van de aanbidders stond op, iemand over wie werd gedacht dat hij de weg volgde van de Chawaaridj. Hij zei tegen ibn al-Moebarak:
“O Aboe Abdoer-Rahmaan! Wat zeg je over iemand die overspel pleegt, steelt en alcohol drinkt?
Hij zei: “Ik zeg niet dat hij geen Iemaan meer heeft.”
De aanbidder zei: “O Aboe Abdoer-Rahmaan, ben jij op oude leeftijd een Moerdjie`i geworden?
Hij antwoordde: “De Moerdjie’aa accepteren mij niet! De Moerdjie’aa zeggen: “Al onze goede daden worden geaccepteerd en al onze zonden worden vergeven.” Terwijl, als ik zou weten dat mijn daden zijn geaccepteerd, dan zou ik getuigen dat ik naar het Paradijs ga.”
Vervolgens leverde hij over van Ibn Shawdhab, van Salamah ibn Kohayl, van Hoezayl ibn Sharahabiel, die heeft gezegd: Omar ibn al-Chattaab (radiallaahoe ‘anhoe) heeft gezegd:
“Als de Iemaan van Aboe Bakr gewogen zou worden, dan zou het zwaarder zijn dan de Iemaan van alle mensen van de Aarde.”6 6 Tevens overgeleverd door ‘Abdoellaah ibn Ahmed in ‘as-Soennah’ (821).
Ik hoorde Aboe Bakr Mohammed ibn Abdoellaah ibn Mohammed ibn Zakariyyah ash-Shaybaanie zeggen dat hij van Yahya ibn Mansoer al-Qaadie heeft gehoord, die heeft overgeleverd van Mohammed ibn Ishaaq ibn Choezaimah, die heeft overgeleverd van al-Hoessain ibn Harb, de broer van Ahmed ibn Harb az-Zaahid, die heeft gezegd:
“Ik getuig dat de Religie die Ahmed ibn Harb volgt, zegt dat Iemaan zowel Uitspraak als Handeling bevat, en dat het toeneemt en kan afnemen.”
Bron: Hoofdstuk 14, ‘Aqiedatus-Selef As haaboel-Hadieth